Na een discussie met zoon over de definitie van oogsap als je in het licht kijkt en oogpoep in de ochtend als je uit bed komt, schuiven we bij het horen van de bel aan tafel. De man heeft het eten geserveerd dit keer. Voor mij, met een afgestompte hersenpan van het dagelijkse noodzakelijke loopje in de supermarkt, is dat sowieso extra smullen. De oudste vraagt of hij ‘een heel erg grapje’ mag vertellen.
‘Erg in de zin van?’ kijk ik hem vragend aan.
‘Iets met seks.’
‘Ja hoor,’ zeg ik verveeld. Maar ik herinner ineens dat ik de dag ervoor wat bij de Kruidvat had gehaald. Ik trek een klein doosje uit de knutselkast en gooi het op tafel.
CONDOOMS
‘Wat is dit?’, klinkt het, en zonder te lezen wordt het als een kindersurprise-ei open gemaakt. Acht ogen kijken mij dan vragend aan. ‘Ja, kijk. Dat zijn nou condooms. Dat wilde jullie toch weten?’ en ik neem een hap van, wat ik noem, de makkelijke mannenmaaltijd.
Er klinkt gejuich. Superblij wordt alles eens goed bekeken en gevoeld. Er wordt gelachen en gejoeld en dan ineens komen de vragen. Al snel worden zaken duidelijk.
Het eten raakt zonder klaagzang op en voor het toetje arriveert wordt er al een condoomballon gemaakt, even later vereeuwigd op een nieuwe profielfoto en de dag erna bewonderd door schoolvrienden.
Aan alle ouders van school wil ik zeggen: ja, ik ben schuldig.

Published by