Een geschenk welke mij het meest bijstaat

Geld, chocola, een flesje wijn…, allemaal wel eens gekregen van hele dankbare cliënten. Maar wie heeft er wel eens een leverworst gekregen en nam´m mee in de fietstas, op weg naar de volgende cliënt? Ik. En ik vond het hartstikke leuk, anders schreef ik dit niet. Nu is mijn vraag: welk geschenk staat jou het meest bij?

Laat me je meteen even meenemen, terug naar mijn studietijd in 2006/2010 (niet geheel toevallig dat mijn blogpost online komt om 20.10 uur).

Vanachter mijn schooltafeltje zag ik mijn docent verpleegtechnische handelingen wapperen met een oranje papiertje´beroepscode voor de verpleging´. Het dunste en goedkoopste boekje van mijn verplichte boekenlijst verpleegkunde bleek plots de belangrijkste van allemaal te zijn. Mijn indruk op de opleiding verpleegkunde kreeg bij mij die les instant de bevestiging dat oubolligheid hoorde bij het vak. Er is dus door een aantal organisaties met wollige noemers van reeds vergeten afkortingen een foldertje gemaakt met opgesomde regels, waaraan de verpleegkundige zich ‘dient te houden’ en waar ik enige jaren later de Eed voor zou afleggen. Als een soort ´bijbel van de verpleegkunde´. De verpleegstersmantel uit 1963 van mijn tante hoefde ik daarbij overigens niet aan te trekken, wat ik mij wel zo had voorgesteld.

Onze klas discussieerde over regel 2.13: ‘De verpleegkundige accepteert voor zichzelf geen geschenken van de patiënt.’ Iedereen had namelijk een andere werkplek met een eigen aanpak op die regel. De meesten die bijvoorbeeld geld kregen van een heel dankbare patiënt, stopten het direct in een teampot waar door iemand van hogerhand uitjes mee werd georganiseerd. Maar ja, wat als je nooit mee gaat omdat die uitjes super suf waren? Of stel je krijgt een afdelingsgoudvis, wie verschoond straks dan het aquarium? En wat als je als assistente van de huisarts een bos bloemen krijgt van een zeer tevreden patiënt: laat je die dan tijdens een lang paasweekend op kantoor verpieteren of neem je ze mee? Een belangrijk gegeven is dat de meeste patiënten zelf wel duidelijk maken waarom en waarvoor ze iets willen geven, bijvoorbeeld geld om de snoeppot mee te vullen op de balie. Maar of we die regel uit de beroepscode, gemaakt op basis van angst voor het slechte, daar echt bij nodig hebben? Ik betwijfel het. Als iemand daadwerkelijk geld in zijn eigen zak zou steken kom je daar als hecht en goed functionerend team in de meeste gevallen gauw genoeg achter.

Laatst kreeg ik dus een leverworst van een cliënt. Misschien niet per se uit dankbaarheid (confession), maar meer omdat familie dit bij de boodschappen had gedaan en ze dit niet eet. ‘Hier. Neem maar mee, voor de kinderen.’ Tja, ik zou natuurlijk met plichtsgevoel tijdens teamoverleg iedereen kunnen trakteren op plakjes leverworst…

Inmiddels is de beroepscode vernieuwd, heeft een nieuw kleurtje en is meer een leidraad geworden. Bovendien passen de regels nu wat meer in deze tijd en zijn ze niet zo vooroorlogs geformuleerd. Plakjes leverworst uitdelen tijdens overleg is ‘m dan ook uiteindelijk niet geworden.

Nu ben ik benieuwd: welk geschenk staat jou het meest bij?

Published by

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *