Supermarktleven

‘Kassa 4, gaat voor u open. Dit is een PIN-kassa. Hier kan alleen gepind worden.‘ De jongen voor mij wacht tot het hekje open gaat bij kassa 4 en legt zijn spullen op de band. Ik houd uiterst links van het gangpad voor voorbijgangers en sta met één been in een reclamebord’ waar mijn blik een pakje nostalgische snoepkettingen kruist die ik als kind het einde vond. Even meenemen voor de kinders. Cultuur bijbrengen.

De kassajongen komt aangelopen met een ongezellig mondkapje op en niet lang daarna stort ik al mijn gekozen goederen uit over pakweg zo’n tweeënhalve meter. Ik moet snel zijn, want anders zit de kassajongen straks op mijn te wachten en de mensen achter mij ook, omdat ik nog steeds bezig ben met uitstallen. Vier kinderen thuis, moet je weten. Ja ik weet het, jullie zien het niet aan me. Maar accepteer dit gewoon. Ook ik heb luiers, WC-papier en drie pakken digestive koekjes nodig en kan niet vliegen. Ik wip mijn pinpas uit de portemonne, drapeer deze op het PIN-apparaat en onder het wachten de elektrische traagheid wip ik de winkelkaart uit de portemonnee, richt het naar de scanner terwijl ik mijn best moet doen om fatsoenlijk scherp te kunnen kijken over mijn mondkapje.

Als de wiedeweerga zet ik alles binnen een minuut in mijn kar, gesorteerd van warm tot koud terwijl ik met mijn ene hand nog een tas probeer te vullen en de andere hand mijn pinpas terugneem. Dankbaar begroeten we elkaar en draai ik mij om. Tot ik zie dat ik heel boos aangekeken wordt van boven een mondkapje. Een hoofd met wit haar pakt slechts een pak melk op en loopt de winkel uit.

Published by

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *